dinsdag 13 september 2011

Samenwonen

Het was een kort huwelijk geweest. Er waren er geen kinderen uit geboren. Te verdelen was er ook al niet veel. Een beetje huisraad en een stapel onbetaalde rekeningen. Na de scheiding stond Karel dan ook berooid bij z’n moeder op de stoep. Of liever: op de galerij van haar flatwoning achthoog in de Bijlmermeer. Langer dan een paar dagen wilde hij echt niet bij haar blijven. Karel kon het niet goed vinden met mama. Met zijn oma des te beter, ondanks het leeftijdverschil van 44 jaar. Ze heette eigenlijk Helena, maar iedereen noemde haar Tante Leen. Ze was 74, alleenstaand en woonachtig in een benedenwoning in de Jordaan. Oma was slecht ter been, maar geestelijk nog prima in orde. Ze moest er niet aan denken om te verkassen naar een verzorgingshuis. De oplossing lag dan ook voor de hand. Karel zou bij Tante Leen inwonen tot ze hersteld was van haar heupoperatie.
Tot een volledig herstel kwam het echter nooit. En tot een verhuizing van de kleinzoon evenmin. Ruim tien jaar woonden de twee in hetzelfde huis. Tante Leen was inmiddels 85 jaar oud en ging zienderogen achteruit. Het tweede infarct was bijna fataal geweest. De artsen gaven haar nog een paar weken. Karel realiseerde zich dat hij niet alleen z’n grootmoeder zou verliezen, maar ook zijn geliefde stekkie in de Jordaan. Op advies van een advocaat schreef hij een brief aan de woningbouwvereniging. Hij wilde worden aangemerkt als ‘medehuurder’. Na haar dood zou hij dan het huurcontract van oma kunnen overnemen. De verhuurder weigerde. Karel liet het er niet bij zitten. Hij procedeerde tot in hoogste instantie en vond uiteindelijk de Hoge Raad aan zijn zijde. Een kleinzoon kon wel degelijk ‘samenwonen’ met z’n oma, zo oordeelde de rechter.


Poep

Frederique was een wijsneus. Altijd al geweest. Het verbaasde dan ook niet dat ze al op 18-jarige leeftijd rechten ging studeren in Groningen. Eigenlijk wilde ze direct op zichzelf gaan wonen, maar een betaalbare kamer was niet te vinden. Het eerste halfjaar pendelde Frederique daarom op en neer tussen Havelte en Groningen.
Tijdens een college huurrecht legde de docent uit dat huurprijzen van woonruimte worden getoetst aan het zogenaamde puntenstelsel. Dit zette het bijdehandje aan het denken. Ze pakte de Gezinsbode en reageerde onmiddellijk op een advertentie waarin een kamer van 20 m² voor € 650 per maand werd aangeboden. De absurd hoge huur was voor haar eigenlijk niet op te brengen. Toch ging Frederique zonder morren akkoord.
Na drie maanden riep Frederique haar medebewoners bij elkaar. Ze stelde voor om gezamenlijk huurprijsverlaging bij de Huurcommissie aan te vragen. Iedereen was enthousiast. De jonge rechtenstudente nam het voortouw en zeven maanden later toonde ze triomfantelijk de uitspraak. De huur van alle kamers was honderden euro's lager vastgesteld. Met terugwerkende kracht! Gerrit, de norse huurbaas, moest diep in de buidel tasten.
Gerrit reageerde niet sportief. Een stortvloed aan problemen volgde. De elektriciteit viel uit, de warmwatervoorziening haperde en de CAI-aansluiting werd verbroken. De ene na de andere huurder vertrok. Uiteindelijk bleef Frederique als enige over. Ze was vastbesloten om zich niet te laten verjagen.
Dat veranderde toen een nieuwe kamerbewoner zijn intrek nam. Karel was 53 jaar oud, onverzorgd en kampend met een alcoholprobleem. Hij had de gewoonte om ver na middernacht stomdronken thuis te komen. Op een ochtend zag Frederique tot haar afgrijzen dat Karel met zijn eigen ontlasting POEP op de wc-muur had geschreven. Binnen 24 uur stond Frederique bij papa en mama voor de deur. Of ze alsjeblieft weer in Havelte mocht komen wonen…

Vriendschap

Boezemvriendinnen waren het nog net niet. Wel goede vriendinnen, al vanaf de brugklas. Ook na hun middelbare schooltijd hielden ze contact met elkaar. Niet dagelijks, maar toch wel om de week. Het was al weer bijna twee jaar geleden dat Leonie Marijke had gebeld met de mededeling dat haar huwelijk nu definitief op de klippen was gelopen. Of de recreatiewoning in het pittoreske IJhorst nog vrij was, zo had ze gevraagd. Het was eind september, de zomervakantie was voorbij, en Marijke zag geen enkel bezwaar. Natuurlijk kon Leonie haar intrek nemen in het rietgedekte vakantiehuis. Snel bereikten ze akkoord over een schappelijke huur van € 500 per maand, ‘all in’. Aanvankelijk kon Leonie maar moeilijk aarden op het vakantiepark. Het verdriet over het stukgelopen huwelijk weerhield haar van contacten met de nieuwe omgeving. Na een half jaar ging het beter. En toen de zomer aanbrak, voelde Leonie zich in het dorp als een vis in het water. Ondertussen ging ook Marijke gebukt onder groeiende relatieproblemen. Toen ze er achter kwam dat haar echtgenoot buitenechtelijk actief was, verliet ze onmiddellijk de woning. Ze nam haar intrek in een stacaravan van een bevriend stel op een camping in Wanneperveen. Enkele weken later - de kunststof wandjes van de caravan kwamen op haar af - liet Marijke Leonie voorzichtig weten dat ze eigenlijk zelf haar eigendom in IJhorst wilde betrekken. Tot haar verbazing reageerde Leonie ontwijkend. Ze wilde nadenken en had meer tijd nodig. Uiteindelijk stuurde ze een brief. In koele bewoordingen beriep Leonie zich op huurbescherming. Marijke was des duivels! Via haar advocaat eiste ze ontruiming van de woning wegens ‘dringend eigen gebruik’. De rechter oordeelde in haar voordeel. Marijke won de rechtszaak en verloor een vriendschap…