dinsdag 11 oktober 2011

Kinderdagverblijf

Opa Willem was een echte kindervriend, dat stond buiten kijf. De kleinkinderen kwamen regelmatig bij hem over de vloer, vaak vergezeld door vriendjes. Hij ging op een natuurlijke manier met de kleintjes om. Niet vanuit de hoogte en al helemaal niet belerend. Hij verwende ze niet, maar gierigheid was hem vreemd.
Het was alweer drie weken geleden dat de brief van de gemeente op de mat was gevallen. In het leegstaande buurpand zou een kinderdagverblijf met de naam Narrenhof worden gevestigd, zo luidde de aankondiging. De oude baas lag er niet wakker van. Verre van dat; het scheen hem een prima plan. Toch - hij wist zelf eigenlijk niet waarom - besloot Willem zijn oudste zoon Theo in te lichten. Die riep onmiddellijk de voltallige familie inclusief aanhang bijeen. Vanaf dat moment was opa de regie kwijt. Onder aanvoering van schoondochter Ria - toch al niet de favoriet van grootvader - werd een plan uitgebroed om de opening van de Narrenhof te verhinderen.
De door Ria ingeschakelde jurist maakte tevergeefs bezwaar tegen de verleende vergunning. Een gang naar de afdeling bestuursrecht van de rechtbank volgde. Daar bepleitte de familie namens opa dat er ernstige geluidoverlast van spelende kleuters werd gevreesd. Uiteindelijk werd de zaak ter terechtzitting mondeling behandeld. Op die zitting kwam Ria echter niet aan het woord. En Theo al evenmin. Het was Willem zelf die door de rechter werd gevraagd om zijn bezwaren toe te lichten. Opa maakte van zijn hart geen moordkuil. Met een glimlach verklaarde hij de komst van de jeugdige buurtjes van harte toe te juichen. Liever nog vandaag dan morgen! Zijn familieleden en hun prijzige advocaat verlieten als geslagen honden de rechtszaal. Zelden werd een gerechtelijke procedure zo glansrijk verloren. En Willem? Willem genoot…